In gesprek met …
Een nieuw onderdeel van de jaarlijkse RMA conferentie is het panelgesprek. Voor het panelgesprek zijn vier samenwerkingspartners uitgenodigd. Zij gaan in gesprek met de burgemeester van Vijfheerenlanden, Sjors Fröhlich. De panelleden zijn Cees de Jong (voorzitter Agrarisch collectief Alblasserwaard-Vijfheerenlanden), Patrick van Uitert (algemeen directeur Avres), Harry Vogelaar (directeur-bestuurder Syndion) en Jan Boele (voorzitter Gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden). Centraal in het panelgesprek staat de vraag: ‘Wat hebben onze inwoners aan het samenwerkingsverband Alblasserwaard-Vijfheerenlanden?’ Gespreksleider Sjors Fröhlich stelt zijn eerste vraag aan de algemeen directeur van Avres, Patrick van Uitert.
Wat is uw indruk van de samenwerking tussen Avres en de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Twee regio’s die in verschillende provincies liggen?
“Mijn indruk is goed. Ik vind dat de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een mooie scanbare regio is, waar snel resultaten kunnen worden bereikt. Waar partijen elkaar snel vinden. Voor mij maken de provinciegrenzen niet zo veel uit. Als het gaat om de vraagstukken die bij onze inwoners spelen, merk ik dat het niet zoveel uitmaakt of ze nou in Zuid-Holland of in Utrecht wonen. Wat ik wel mooi vind is dat wij als Avres in de praktijk een brug kunnen slaan en de inwoners die een vraag hebben goed kunnen helpen. Soms hebben wij wel eens last van die grenzen. Ik niet zo zeer, omdat ik pas kort bij Avres werk. Maar ik merk dat er een geschiedenis is; er is een bestuurlijk discussie, over hoe men in deze regio met elkaar moet samen werken; en er is een discussie over waar de belangen in de regio zouden liggen. Ik merk dat dat soms tot terughoudendheid leidt. Ook zie ik dat het af en toe leidt tot gemeenten die iets te veel naar zichzelf kijken en daardoor niet echt een regio gevoel uitstralen. Ik hoop wel dat we als partners in het samenwerkingsverband, in staat zijn om met de opgaves die er nu liggen, die verbinding, die brug naar elkaar toe te slaan.”
Mijnheer Vogelaar, als directeur-bestuurder van Syndion bent u nauw betrokken bij de opgave zorg. Wat zijn voor u belangrijke ontwikkelingen in de regio waar u zich mee bezighoudt?
“Ik zou uw vraag overkoepelend willen beantwoorden en één heel concreet voorbeeld willen noemen. Overkoepelend hebben we transities achter de rug, de decentralisaties. We hebben destijds wetgeving overgeheveld naar het sociaal domein, naar gemeenten. Wat we niet bereikt hebben is een andere houding van de burger. We wilden eigenlijk de burger in eigen kracht krijgen, we wilden een participatiesamenleving. Ik weet niet of u die term nog veel hoort. Maar ik hoor die term nauwelijks meer. We hebben niet bereikt dat die burger meer in eigen kracht komt; daardoor kunnen we de zorg niet afschalen zoals de bedoeling was. Het concrete voorbeeld dat ik wilde noemen is beschermd wonen; een regionale opgave die breder is dan de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. In die bredere regio praten we nu al jaren over samenwerking. Dat gaat steeds over governance, over de taakverdeling. Maar ondertussen is er een wachtlijst aan mensen die niet geplaatst kunnen worden omdat het in de praktijk een verdelingsvraagstuk is. Als we met alles wat er nu ligt geen urgentie meer zien, dan moeten we echt over de domeinen, de gemeenten èn de samenwerkingspartners heen, een werkprogramma maken waarmee we echt aan de slag gaan. AV zou misschien moeten betekenen: actief en voortvarend!”
Jan Boele, voorzitter van het Gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, waarom blijft -ondanks het feit dat de regio in verschillende provincies ligt- het samenwerken in deze regio zo belangrijk?
“Nou, het zit eigenlijk al in de naam van het gebiedsplatform: het is Alblasserwaard èn Vijfheerenlanden. Die horen wat mij betreft van origine bij elkaar. Samenwerking is belangrijk omdat er vraagstukken zijn die je niet in je eentje kunt oplossen. Neem landschapsontwikkeling. Dat moet je met elkaar doen. We hebben vanuit het Gebiedsplatform daarvoor een aantal belangrijke dingen gedaan. Zeker ook samen met de Gebiedscoalitie Alblasserwaard/Vijfheerenlanden, denk aan gebiedsdeal 4 en gebiedsdeal 5. Deze bevatten afspraken over een aantal belangrijke opgaven die wij zeer serieus nemen. Opgaven die uitsluitend kunnen slagen als we met elkaar de handen in een slaan. Laat ik een voorbeeld geven. Onlangs zijn wij benaderd door de gemeente Molenlanden om mee te denken over het beleidsvraagstuk kleine windturbines. Het is mooi dat de gemeente dit prachtige initiatief neemt. Maar ik denk dat dit initiatief ook heel mooi is voor het hele gebied. In het kader van RMA vraag ik bij dit soort vraagstukken dan ook nadrukkelijk om over de gemeentegrenzen heen te kijken. Om dit samen op te pakken. Er liggen winstkansen op dit gebied. Winstkansen die heel groot zijn!”
We hebben in dit gebied de grootste hoeveelheid sloten van de hele wereld. Mijnheer de Jong, als voorzitter van het Agrarisch collectief Alblasserwaard-Vijfheerenlanden heeft u op dit moment een van de grootste vraagstukken van Nederland aan uw hoofd. Wat kan de regio daar in betekenen?
“We hebben als gebied bestuurlijk een lastige tijd achter ons liggen. Om te zoeken waar je thuis hoort; bij welke provincie je wèl of bij welke provincie je nièt thuis hoort… men heeft het er maar druk mee. Maar het doet er volgens mij niet toe! De cultuur in ons gebied is dat we niet afwachtend zijn. Maar dat we elkaar opzoeken, koffie drinken en veel praten. En als we het lastig vinden duwen we de overheid een beetje weg. Dat doen we omdat we eerst liever vanuit onszelf iets vinden. En juist op het moment dat de vraagstukken groot zijn, zoals nu klimaat, woningnood, irrigatie en stikstof, wordt daar vanuit de onderkant naar gekeken. De koppen worden bij elkaar gestoken, met veel koffie en veel praten. Dat is kenmerkend voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Terug naar uw vraag: wat hebben wij daarvoor nodig? Ik verwacht van bestuurders een warme houding en een faciliterende ondersteuning. En ik verwacht dat ze ons achter de broek aanzitten om ons op onze verantwoordelijkheid te wijzen. Want dat hoort erbij!”
Mijnheer Vogelaar, we zitten hier nu met bestuurders van twee provincies en van drie gemeenten. Wat verwacht u van deze bestuurders?
“Ik denk dat we echt anders moeten praten over samenwerken. Ik zei net, de urgentie is heel groot. Als we het nu niet doen, dan zou ik het niet meer weten. Een willekeurig voorbeeld: neem de arbeidsmarkt. Als we met elkaar als partijen (ook de zorgpartijen!) met de gemeente als partner -en niet alleen als opdrachtgever! – in het echt werken aan oplossingen, dan krijg je vanuit de arbeidsmarkt niet alleen de betaalbaarheidsvraag van de zorg, maar ook de vraag van de mensen die het moeten doen. Overigens heel veel van onze mensen hebben op dit moment door alle prijsstijgingen een probleem met de bestaanszekerheid. Ik denk dat we in de organisatie veel inefficiëntie hebben zitten. Dat is niet goed. We moeten efficiënter worden door anders samen te werken. Daardoor vluchten we heel erg in samenwerkingsvraagstukken, zonder dat er plaatsingen van mensen uitrollen! Dus als we niet uitkijken stapelen we governance op governance en lossen we het probleem niet op. Je lost het alleen op als je vanuit de maatschappelijke opgave tegen elkaar zegt: nou gaan we het samen oplossen. We gaan aan de slag! We doorbreken de grenzen, we houden de structuurdiscussie zo licht mogelijk en treden uit het risico denken. Want iedereen zit gevangen in zijn eigen jaarrekening, in zijn eigen toezicht, in zijn eigen organisatie, in zijn eigen verantwoording. Aan de slag door echt afspraken te maken om zaken te verbeteren. En… mensen de hand in eigen boezem laten steken. Want als er ‘s nachts in de regio op het platteland nog zes autootjes langs elkaar heenrijden om nachtzorg te bieden, terwijl dat gebundeld veel goedkoper kan, dan klopt er iets niet. We zeggen steeds dat het druk is, we ondervinden het niet. En ik denk dat als gemeenten en organisaties goed samenwerken en vooral de mensen om wie het gaat erbij betrekken en duidelijk maken dat het op deze manier niet meer gaat, dan ligt er een opening om het met elkaar op te lossen.”
Meneer Uitert, uw voorganger had het net over de arbeidsmarkt. Wat opvalt bij Avres is dat u ondanks de bestuurlijke drukte gewoon uw eigen gang gaat. En dat dat ook goed gaat. Ook als er een crisis is -neem bijvoorbeeld corona- dan wordt er heel snel uitgekeerd. Het klopt allemaal bij Avres. Wat is daar het geheim van?
“Dat zijn onze mensen, die met ziel en zaligheid dag en nacht bezig zijn om die oplossingen met elkaar te bedenken. En dat gaat ook -zoals meneer Vogelaar al zei- door het gewoon te doen. Gewoon aan de slag gaan met elkaar. En wat ontbreekt regelen we achteraf. Soms moet je daar een risico in nemen of een experiment aandurven. Maar dat betekent ook wel bestuurlijke rugdekking. Zorg dat je bestuurlijk ruimte geeft aan elkaar, dat je met elkaar echt aan de slag kan. Natuurlijk, we kunnen niet alles door de problematiek die we ondervinden. Maar door kleine stapjes te zetten, kleine oplossingen te vinden, kunnen we uiteindelijk hele grote groepen mensen toch van dienst zijn. En ook bij Avres gaat er natuurlijk soms ook wel eens wat mis, maar we proberen dat gewoon gezamenlijk goed op te lossen.”
Tot slot mijnheer Boele, we hebben nu van uw collega panelleden gehoord wat zij verlangen van de overheden. Wat voor tips, vragen en verzoeken kunt u doen aan gemeenten en provincies?
“Wat ik van mijn collega panelleden hoor is dat samenwerken en dingen gezamenlijk doen een kracht is die de organisatie in ieder geval heeft. Dat geldt zeker ook voor het gebiedsplatform en zeker ook voor de samenwerking met overheden. Ik zou eigenlijk tegen de overheden willen zeggen: benut en gebruik de kracht van het gebied en benut en gebruik de kracht van het maatschappelijk middenveld om een aantal vraagstukken op te lossen. En dingen gezamenlijk ook te doen. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met de RMA met het waterschap, de gemeente Gorinchem en de gemeente Molenlanden om in het kader van een geoplatform data te verzamelen. Met deze data worden kaarten gemaakt waar de gemeenten en het waterschap bij het maken van beleidskeuzes profijt hebben. Dat wordt ook gefaciliteerd door mensen met gebiedskennis niet behorende bij een overheid. Dus: gebruik en faciliteer gebiedskennis en zorg voor een goede samenwerking daarin.”