Op 21 maart 2019 werd in De Vijfzinnen in Gorinchem het ‘Regioplan voor sterk Techniek Onderwijs’ gepresenteerd. Met dit regioplan is voor de versterking van het technisch onderwijs een subsidie van het Ministerie van Onderwijs aangevraagd. In de voormalige schouwburg waren 100 ondernemers, onderwijsmensen en bestuurders uitgenodigd om kennis te nemen van de plannen van het techniek onderwijs in Altena en de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
Het Regioplan zoals gepresenteerd door eindredacteur Krijn Redert, directeur van Gilde Vakcollege Techniek is een samenwerkingsresultaat van vmbo en mbo-scholen in de regio die in grote lijnen het land van Altena, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden omvat. In dit stuk genoemd de AAV-regio. Deze regio heeft een sterk plattelandskarakter met enkele wat grotere plaatsen. De regio bevindt zich op een knooppunt van mobiliteit, snelwegen en rivieren. Veel technische bedrijvigheid in de regio is daardoor maritiem gerelateerd. Na Rotterdam, Amsterdam en Dordrecht is de regio Gorinchem het vierde maritieme knooppunt van Nederland. Naast de maritieme maakindustrie, de maritieme toeleveranciers en de logistiek -zowel te land als over het water-, is de bouwsector relatief sterk vertegenwoordigd. Tot slot komt de ICT-sector steeds meer op in de regio.
Een gezonde arbeidsmarkt die veel werk biedt in de techniek. Daardoor is er een dringende behoefte aan goed en voldoende beroepsonderwijs. De regio kent grotere technische bedrijven maar ook veel bedrijven met minder dan 20 medewerkers. Daar waar grote bedrijven vaak eigen opleidingsstructuren kennen, zijn deze relatief kleine bedrijven voor wat betreft het opleiden van technici sterk afhankelijk van het reguliere onderwijs. Van oudsher is er daarom een sterke verbinding tussen het regionale bedrijfsleven en de technische opleidingsinstituten.
De uitdagingen waar de regio voor staat in relatie tot het technisch vmbo betreft in kwantitatieve zin het bestendigen en vasthouden van het huidige aantal leerlingen. Met de verwachte krimp van 12% is dit geen sinecure. Ook in kwalitatieve zin zijn er een paar stevige uitdagingen. De basis wat betreft leerlingaantallen die voor techniek kiezen en de verbinding met het bedrijfsleven is in orde. De inrichting van de vmbo-scholen en de machines en gereedschappen is echter (deels) niet op orde. Een aantal scholen hebben te maken met sterk verouderde lokalen en een inrichting die niet meer aansluit op de vernieuwing van het beroepsgerichte programma van het vmbo. De onderwijsruimten zijn onvoldoende geschikt voor moderne vormen van onderwijs. Tevens zijn innovatie, duurzaamheid en de energietransitie nieuwe uitdagingen voor het techniekonderwijs. Dat betekent dat huidige techniekdocenten bijgeschoold moeten worden op het gebied van deze innovaties door stages in het bedrijfsleven en bijscholing. Verder is er meer behoefte aan technisch personeel in de zorg vanwege gebruik van domotica en robotica. Gepleit wordt voor opleidingen die gericht zijn op de maritieme techniek, de ICT en smart-technologie en doorontwikkeling van de bestaande doorlopende leerlijnen vmbo-mbo. Om de noodzakelijke klassenverkleining op korte termijn te kunnen realiseren, willen de scholen technisch onderwijsassistenten aanstellen.
Na een welkom door de directeur van School en Bedrijf, Ton den Breejen, waren er twee inleidingen uit de praktijk.
Anita de Groot, directeur De Groot & Visser B.V. sprak over de huidige en toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de bouwsector. Werkzekerheid en opbouwend waren de kernbegrippen.
Hans Mosselman, directeur Gain Automation Technology, sprak over de toekomstige industriële ontwikkelingen en wat dat betekent voor de arbeidsmarkt. Ons hele dagelijkse leven is doorspekt met technologie, hieraan werken biedt grote kansen.
Daarna presenteerde Krijn Redert, directeur van Gilde Vakcollege Techiek, de inhoud van de 31 projecten die binnen het regioplan een plek hebben gekregen.
Tijdens het laatste deel van de bijeenkomst werd aan de hand van 12 stellingen het Regioplan verrijkt en de opmerkingen vanuit de gemeenten, het bedrijfsleven en de scholen in de definitieve versie van het plan verwerkt. De aanvraag voor de subsidie is vóór 1 april ingediend. Voor de zomervakantie zal er een definitieve toekenning plaatsvinden.