De gemeenteraden in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, inclusief Hardinxveld-Giessendam, hebben de actualisatie van de regionale woonvisie voor de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden vastgesteld. Deze actualisatie is, net als de woonvisie, tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de woningbouwcorporaties uit de regio. De actualisatie is een voortzetting van de reeds ingezette koers uit de woonvisie van 2013 waar als doelstelling is bepaald “een regio met een aantrekkelijk en onderscheidend woongebied voor zowel huidige als nieuwe inwoners”. Hierbij staat het woongenot van de inwoners van de regio, nu en in de toekomst, centraal. In de regionale woonvisie wordt een stedelijk gebied, voorzieningendorpen en woondorpen onderkend. In het stedelijk gebied kan zowel voor lokale en regionale binding gebouwd worden. Voorzieningendorpen bedienen de lokale vraag, aangevuld met toestroom uit omliggende dorpen en in woondorpen zal incidenteel gebouwd worden voor een lokale vraag. Met deze kernenhiërarchie heeft de regio bepaald waar welke accenten binnen de woningbouw liggen zonder de kernen te kort te doen.
Hieronder de hoofdlijnen uit de actualisatie regionale woonvisie. Wilt u de achterliggende stukken lezen klik dan hier.
Kwalitatieve match tussen vraag en aanbod centraal
Er is gekeken naar de woonvraag en naar het aanbod. De woonvraag is bekeken vanuit het mentality-model van het bureau Motivaction. Het mentality-model onderscheidt in de Nederlandse maatschappij acht segmenten, de zogenaamde mentality-milieus. Dit zijn groepen mensen die op een vergelijkbare manier in het leven staan. Deze waarden zijn verklarend voor de (woon)keuzes van mensen, aanvullend op traditionele criteria zoals leeftijd, inkomen en opleiding. Er is onderzocht welke mentality-milieus binnen onze regio wonen en hoe deze verdeeld zijn over de regio. Om het woonaanbod kwalitatief goed te kunnen beschrijven zijn er zeven woonmilieus voor onze regio gedefinieerd. Door een heldere indeling in de woonmilieus te koppelen aan de gegevens uit de mentality-indeling krijgen we inzicht in de vraag en het aanbod en kan per project worden bepaald welke kwaliteit toe te voegen, zowel bij herstructurering als bij nog toe te voegen voorraad.
Er liggen zowel opgaven voor de bestaande bouw als voor de nieuwbouw.
Bestaande bouw:
Vaak ligt de focus op de nieuwbouw, maar de woningen waarin gewoond wordt, zijn reeds gebouwd! De uitdagingen voor de komende periode liggen op het vlak van aanpassing aan zorgbehoeften, verduurzaming en betaalbaarheid.
- Bij wonen en zorg is het doel faciliteren zodat mensen zo lang mogelijk in hun dorpen en wijken kunnen blijven wonen. Dat gaat over de woningen: lang thuis blijven wonen, maar ook alternatieven voor mensen met een intensieve zorgvraag in de vorm van verzorgd wonen. Ingezet wordt op een toolkit die de aanpasbaarheid van de woningen moet vergemakkelijken, inventarisatie van zogenaamde woonzorg-zones en bewustwording. Tevens wordt ingezet op de huisvesting van bijzondere doelgroepen en de daarbij behorende zorgvraag.
- Voor duurzaamheid geldt dat betaalbaarheid een belangrijke drijfveer is van het regionale beleid op dit gebied. Tegelijk wordt hiermee een bijdrage geleverd aan milieudoelen. Opgave is hoe ervoor te zorgen dat bestaande woningen een beter energielabel krijgen. Op Zuid-Holland Zuid niveau is inmiddels een digitaal Energieloket ingericht (zie https://regionaalenergieloket.nl/), een samenwerking tussen gemeenten, lokale organisaties en het bedrijfsleven om mensen te helpen met het verduurzamen van hun woning. Een eerste stap richting bewustwording, die een vervolg moet krijgen richting daadwerkelijke stappen.
- Op het gebied van betaalbaarheid zullen er voldoende betaalbare woningen in de regio moeten blijven. De corporaties zijn verantwoordelijk voor voldoende betaalbare woningen in de sociale huursector. De regiogemeenten maken enerzijds daarover afspraken met de corporaties en doen anderzijds onderzoek naar andere alternatieven voor middeninkomens, om zo de hoge ‘scheefheid’ in de sociale huursector te helpen oplossen. Voor inzicht over de beschikbaarheid van betaalbare woningen wordt jaarlijks een monitor opgesteld op het gebied van toewijzing en wachttijden. Indien blijkt dat er woningzoekenden een opvallend lange zoektijd ervaren wordt dit nader onderzocht en gekeken wat daarvan de oorzaken zijn.
Nieuwbouw:
In de actualisatie van de regionale woonvisie is wederom uitgegaan van een realistisch woonprogramma met als uitgangspunt bouwen voor de regionale behoefte, te weten een netto groei van 3028 huishoudens in de periode 2017-2025. De regio AV gaat, net als de afgelopen jaren, uit van vraaggericht bouwen in plaats van aanbodgericht. Dit houdt in dat deze regionale opgave een richtgetal is en dat rekening gehouden wordt met hogere of lagere aantallen.
Zowel in de Zuidvleugel van de Randstad als in de regio Utrecht is de druk op de woningmarkt enorm. Twee stedelijke gebieden waar de regio AV aan grenst en van waaruit nu al een overloop ervaren wordt. Het overgrote deel van de huishoudens in deze twee gebieden heeft een (hoog)stedelijke vraag. Een beperkt deel van hen wil ook in de meer landelijke milieus buiten de Zuidvleugel of de regio Utrecht wonen. De regio is bereid een deel van de druk op te vangen door de bouw van maximaal 2000 extra woningen bovenop de regionale opgave. Op deze manier wil de regio AV een bijdrage leveren om mensen uit het verstedelijkt gebied woonruimte te bieden, ook in de vorm van minder stedelijke alternatieven.
Vraaggericht bouwen:
Vraaggericht bouwen houdt in dat er gebouwd wordt waar mensen graag willen wonen en dus waar de daadwerkelijke vraag zich voordoet. Dit vraagt niet een starre verdeling van aantallen tussen de gemeenten maar het flexibel samen optrekken. In de regio AV is hieraan de afgelopen jaren vormgegeven door plannen van enige omvang gezamenlijk regionaal met elkaar te bespreken waarbij zowel aantallen, doelgroep en woonwensen als woonmilieu met elkaar verbonden zijn. Dit zorgt ervoor dat deze plannen ook daadwerkelijk aansluiten bij de vraag en daadwerkelijk gerealiseerd worden. Meekijken met elkaars ideeën met als doel ze op de juiste plaats en op de juiste tijd uit te voeren voorkomt onnodige onderlinge concurrentie. Telkens wordt bepaald of het plan voldoet aan de vraag, de regionale woonvisie, de Ladder voor duurzame verstedelijking, of er geen concurrentie optreedt met ander plannen en hoe dit kan worden vormgegeven met respect voor de landschappelijke omgeving. Omdat de ervaringen van de afgelopen jaren hiermee positief zijn, heeft de regio AV ervoor gekozen dit door te zetten.