Deelnemers: Gesprektafel 1 Landschap van de toekomst
Sjors Fröhlich
Maks van Middelkoop
Dirk Sijmons
Valerie Koppelle
Peter de Ruijter
Bart Krol
Wethouder 5HL en bestuurlijk trekker RMA-landschapsontwikkeling
Hoogleraar Landschapsarchitectuur aan de TU Delft
Architect en stedebouwkundige, oprichter KasDelft
Landschapsarchitect en stedebouwkundige
Adviseur fysieke leefomgeving, voorzitter 11e Eo Wijers Prijsvraag
Het nieuw landschapsontwerp voor de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden was het gespreksonderwerp aan de eerste gesprektafel. Max van Middelkoop, bestuurlijk trekker van de RMA-landschapsontwikkeling, vertelt dat het landschap wordt bedreigd door wateroverlast, energiewinning, bebouwing, wegenaanleg en zeespiegelstijging. Daarmee rekening houdend proberen de gemeenten in de regio gezamenlijk een beeld te krijgen hoe het landschap in 2050 moet uitzien. Van Middelkoop neemt landbouw en natuur als voorbeeld. “De manier waarop het land agrarisch wordt gebruikt staat onder druk. Er spelen zaken zoals bodemdaling, verdroging van de bodem en het feit dat er ruimte, dus grond nodig is voor allerlei nieuwe ontwikkelingen.” Hij vervolgt: “Daarbij bevindt de omvang en de kwaliteit van de natuur zich in een neerwaartse spiraal. Kortom: er moet iets gebeuren in de strijd om de ruimte en respect voor landschap. De vraag is dan wat?”, aldus Van Middelkoop. Hij vertelt dat de toekomst van het landschap van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zo belangrijk is, dat het werken aan landschapsontwikkeling voor hem meer dan urgent is. Hij benadrukt dat bij alle andere RMA-opgaven expliciet gekeken moet worden naar de eventuele gevolgen van deze opgaven voor het landschap. “Respect voor het landschap dient centraal te staan, bij iedere RMA-opgave!”
Dirk Sijmons, emeritus-hoogleraar landschapsarchitectuur aan de TU Delft, onderschrijft het verhaal van Van Middelkoop en voegt daar nog een gebiedsoverstijgend argument aan toe. “In het landschap waar Van Middelkoop het over heeft, komen allerlei grote opgaven van de 21e eeuw elkaar tegen. Denk aan energietransitie, klimaatbeleid, het stoppen van de achteruitgang van de biodiversiteit en het streven naar duurzame bodemvruchtbaarheid.” Sijmons vindt dat de inrichting van de landbouw bij alle opgaven van het grootste belang is. “De boeren hebben de sleutel in handen voor oplossingen. Maar alleen technische oplossingen zoals bijvoorbeeld drainages en stalaanpassingen zijn niet voldoende. Er zal ook naar collectieve oplossingen op landschapsniveau moeten worden gezocht.”
Twee prijswinnaars
Deze oplossingen worden geboden door de regionale winnaars van de 11e editie van de Eo Wijers prijsvraag. Namens de winnaars presenteren Peter de Ruijter van Peter de Ruijter Landschapsarchitecten en Valerie Koppelle van K.A.S architectuur de prijswinnende plannen.
Peter de Ruijter geeft een toelichting op zijn prijswinnend plan Meer Waard! In dit plan zijn de bodemkwaliteit en het watersysteem leidend in het bepalen van het grondgebruik en de landschappelijke waarde die daaruit voortkomt. De eerste landschappelijke ingreep die Peter de Ruijter voorstelt is een biodiverse Binnenwaard. “Daar zakt de bodem momenteel het hardst. Door hier meer ruimte voor water te creëren kun je o.a. door een tussenboezem meer water vasthouden. Hierdoor blijft het veen vochtig en wordt de grondwaterstand aangevuld voor droge zomers. Met dit vernatten van de Binnenwaard wordt de bodemdaling fors beperkt”. De tweede ingreep die hij noemt is de aanplant van een groot klimaatbos in de driehoek Meerkerk, Ameide en Vianen waarmee de sponswerking van De Zouwe wordt vergroot. Peter de Ruijter pleit voor een ruilverkaveling nieuwe stijl. “Deze ruilverkaveling 2.0 is een zogenoemde ‘waardenverkaveling’, waarmee onder auspiciën van een ‘waardencommissie’ urgente doelen als bodemkwaliteit, CO2-uitstoot en natuurontwikkeling hand in hand gaan met economische perspectieven voor boerenbedrijven. Hierbij moet u denken aan bijvoorbeeld gezamenlijke mestverwerking of hooiopslag.” Het prijswinnende ontwerpplan van K.A.S architectuur-stedenbouw -Transformatie vanuit Kernlanden- wordt toegelicht door Valerie Koppelle. Dit plan lanceert het idee dat de sleutel van de vernieuwing van het platteland in de kernrandzone ligt; dus in het grensgebied tussen buitengebied en woonkern. De kernranden moeten medeverantwoordelijk worden voor de transitie die de landbouw moet doormaken. De prijswinnende plannen leggen een koppeling met de aanpak van vraagstukken die in de randzones spelen, zoals verrommeling en een latente behoefte aan woningbouw. Transformatie vanuit Kernlanden biedt een krachtig en concreet instrument om de in Meer WAARD! bepleite grondruil voor elkaar te krijgen. In het ene dorp vragen de cultuurhistorische waarden om versterking; in het andere dorp ligt de opgave in het verbeteren van de stad-landverbinding en in weer een ander dorp in het opwekken van duurzame energie. Door rond elk dorp heel precies de opgave te formuleren, daar het ruilproces op in te richten en elke kavel een ‘opdracht’ mee te geven, is het reëel dat daadwerkelijk een beweging op gang komt waarmee op regionaal niveau de ‘juiste boer op de juiste plek belandt’.
Plannen vullen elkaar aan
Namens de jury van de 11e Eo Wijers prijsvraag reageert Bart Krol op de ontwerpen Transformatie vanuit Kernlanden en Meer WAARD! “Het thema van deze 11e editie was ‘Verrukkelijk Landschap, naar een aantrekkelijk en vitaal platteland’. Oftewel, wat zijn de stappen die we moeten zetten in de omslag naar een duurzame en circulaire landbouw, die zowel de voedselproductie als de verblijfskwaliteit van het land versterkt. Deze twee plannen sluiten op elkaar aan. Er wordt voortgeborduurd op elkaars kennis. Dat was voor de jury een van de redenen om de keuze op beide ontwerpen te laten vallen.” Krol benadrukt dat er veel op het landelijk gebied af komt. “Voor je het weet ontstaat het gevoel van… kunnen we nog kiezen in oplossingen wat we wel en niet willen met het landschap? De grootste problematiek is dat een aantal van deze ontwikkelingen -als ze over klimaat, bodemdaling of verandering in de landbouw gaan- al gaande zijn. De essentie van deze 11e editie was: Als we weten dat een aantal van deze grote transities doorgaan, wat kunnen we dan voor plannen bedenken die het landschap niet alleen verrukkelijk maar ook vitaal maken? Beide prijswinnende plannen hebben hiervoor voldoende inspiratie geleverd. De kunst wordt nu om dit samen -met gemeenten, provincies, waterschappen- te realiseren. Kortom voelbaar en zichtbaar te maken in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.”
Max van Middelkoop benadrukt dat de inwoners van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden een cruciale rol spelen in de door Krol genoemde samenwerking. “Zij zullen de plannen moeten gaan dragen. Zonder de steun van hen wordt het heel moeilijk om de plannen te realiseren. Het inspireren en motiveren van onze inwoners is dus heel belangrijk!” Dirk Sijmons onderstreept dat het daarnaast belangrijk is om een goed kader te creëren voor de uitvoering van de plannen. “Realisatie van plannen begint bij de inwoners. Ook de provinciebesturen spelen hierin een belangrijke rol. Waar het helemaal op aankomt is hoe we de nieuwe collectiviteit organiseren. De ideeën van de prijswinnaars moeten in concrete plannen vertaald worden. En dat lijken we een beetje verleerd te hebben. Daar gebruikten we tot de 80-er jaren de Landinrichtingswet voor. Die wet staat een beetje op een zijspoor en wordt niet meer veel gebruikt. Maar zo’n soort wet of kader heb je wel nodig om op een ordelijke manier deze plannen met elkaar te realiseren.” Bart Krol zegt dat provincies de Landinrichtingswet nog steeds mogen gebruiken, maar dat dit middel niet gebruikt mag worden door de provincie om plannen inhoudelijk te veranderen.
Aan het einde van de gesprektafel wijst Max van Middelkoop erop dat er volgend jaar gemeenteraadsverkiezingen zijn. “Onze RMA-thema’s zijn prachtige thema’s om mee te nemen in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen die actief zijn in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Ik doe een oproep aan alle toekomstige raadsleden en wethouders om ervoor te zorgen dat de RMA-opgaven, zoals bijvoorbeeld landschapsontwikkeling, de komende vier jaar hoog op de agenda staan. En dat diezelfde raadsleden en wethouders heel actief inwoners, waterschappen, provincies en de rijksoverheid benaderen om de plannen voor de landschapsontwikkeling voor elkaar te krijgen. Dat is in het belang van ons allemaal!”